HOOGSTRATEN – In 1989
maakten de broers Frans en Marcel Geens uit Hoogstraten hun eerste Rollmops. Deze machine om klinkers te transporteren werd een overdonderend succes. Het jubileum wordt dit jaar gevierd met een nieuwe naam: de Rollmops wordt Knikmops 50.
Het was stratenlegger Corneel Gysbrechts die eind jaren tachtig aan de broers Geens vroeg om een machine te maken die zijn werk wat kon verlichten. Het begon kleinschalig in een atelier, maar 25 jaar later heeft het bedrijf van de gebroeders Geens 35 werknemers. ‘Tot nu toe zijn er ongeveer 1.600 Rollmops-machines geproduceerd’, zegt Marcel Geens. ‘Ze worden in onze loodsen artisanaal in elkaar gezet en het eerste exemplaar is nog steeds aanwezig. De naam is niet doelbewust gekozen, maar de dubbele ‘L’ is wel een mooie verwijzing naar Rolls Royce. We hadden nooit verwacht dat het zo’n succes zou worden.’
Corneel Gysbrechts zorgde voor de promotie door met een Rollmops naar Lourdes te rijden en nadien achteruit van Hoogstraten naar Scherpenheuvel. TV-figuur Nonkel Jef maakte zelfs een liedje over de machine.
In 1998 kreeg de Rollmops met Knikmops er een broertje bij. Ook dat werd een succesverhaal. ‘De Knikmops is er gekomen op vraag van een Nederlandse importeur’, zegt Frans Geens. ‘Die was op zoek naar een machine die scharniert in het midden. Daar hebben we er tot nu toe 3.300 van verkocht, waarvan een groot deel in Nederland. De knikladers die toen op de markt waren, richtten zich voornamelijk op de landbouw. De Knikmops is multifunctioneel en we zien dat nu ook andere fabrikanten de lage kop hebben nagemaakt.’
Knikmops 50
Met het 25-jarig jubileum van de Rollmops is het nu tijd voor verandering. De machine zal voortaan Knikmops 50 heten. Al beseft men bij Gebroeders Geens dat Rollmops nog lang gebruikt zal worden. ‘De Knikmops heeft het voordeel dat je hem bijna overal ziet waar er wegenwerken zijn’, zegt Jan De Bie. ‘Zo raken ook sectoren als tuinaanleg en de bouw geïnteresseerd. De Rollmops wordt vooral gebruikt in België en Polen, terwijl de Knikmops meer gebruikt wordt in Nederland.’