Jan-Willem Slegh, De Schans- ‘Markt is ontzettend groot’

Jan-Willem Slegh, De Schans- ‘Markt is ontzettend groot’

Handelsfirma De Schans gaat elektrische knikladers bouwen onder de merknaam Relly. Die stap is opmerkelijk, want De Schans is sinds jaar en dag importeur van Knikmops. En dat Belgische merk bouwt ook elektrische wielladers. Wringt dat niet?

Direct naast de A2 bij de afslag Hedel (Gld.) staat het gloednieuwe bedrijfspand van handelsfirma De Schans. Op het dak van het gebouw prijkt een gele Knikmops-wiellader. Binnenkort komt daar waarschijnlijk een oranje machine naast te staan: de Relly R1.0. Deze kleine elektrische wiellader heeft De Schans in eigen huis ontwikkeld. En dat is opmerkelijk, want De Schans is importeur van Knikmops-wielladers die geproduceerd worden door de Belgische fabrikant Gebroeders Geens. Behalve wielladers met dieselmotor bouwt Gebroeders Geens sinds kort ook elektrische machines. Twee verschillende merken bij één handelsbedrijf kan verwarring zaaien, erkent Jan-Willem Slegh, verkoopleider van De Schans.

 

Waarom bouwen jullie zelf een elektrische wielladers?

“Tijdens de Technische Kontakt Dagen in 2016 constateerden wij een groeiende vraag naar elektrische wielladers. Die wens hebben wij doorgespeeld naar de Knikmops-fabriek in België. Om ervaring op te doen met elektrische aandrijvingen, heeft Gebroeders Geens toen een Knikmops 80 geëlektrificeerd. Dat vonden wij opmerkelijk, omdat deze machine voor veel werkzaamheden te licht is. Daarom hebben we gevraagd of de fabriek de grotere Knikmops 130 elektrisch kon maken. De fabrikant gaf daar geen prioriteit aan en ze hadden ook niet de capaciteit om dit te realiseren. In België was er toen ook nog weinig vraag naar elektrische machines. De fabrikant gaf meer prioriteit aan het schoner maken van brandstofmotoren, zodat de machines voldoen aan de Stage V-emissie-eisen. Wel hebben we toen, in overleg met Gebroeders Geens, toestemming gekregen om zelf de Knikmops 130 te gaan elektrificeren. Daarvoor kopen we KM130-chassis in bij Gebroeders Geens. In de werkplaats in Hedel bouwen we alle elektrische componenten zoals de lithium-ionaccu, elektromotor en aansturingen in. De accu, die afkomstig is uit de auto-industrie, maakt de machines echter prijzig. Daarom zijn we gaan kijken naar een ander accusysteem met dezelfde prestaties. Daaruit is de Relly ontstaan. Na 2,5 jaar ontwerpen en ontwikkelen, waren de eerste prototypes klaar. Afgelopen anderhalf jaar zijn deze machines grondig getest.”

De Relly-machines concurreren met Knikmops. Wat vindt Gebroeders Geens daarvan?

“De bouw van elektrische machines had bij Gebroeders Geens geen prioriteit. Maar wij zagen er juist een duidelijke markt voor. Wij kunnen zulke machines verkopen. Dus toen hebben we ons eigen plan getrokken..”

‘We hebben ons eigen plan getrokken’

Wat maakt de Relly-wielladers onderscheidend?

“Het chassis is afgestemd op het accusysteem en niet andersom. Wij monteren het liefst een zo groot mogelijke accu, zodat je zolang mogelijk op een acculading kunt werken. Om meer ruimte in het frame te creëren, monteren we bijvoorbeeld de elektromotor naast de hydrauliekpomp. Via een riem wordt de pomp aangedreven. Met de 30 kWh-accu kan een hovenier een werkdag vooruit. Vraag je dagelijks urenlang het uiterste van de machine, dan kunnen we een 40 kWh-accu inbouwen. Een ander verschil is dat er normaal gesproken acht hydrauliekslangen door het knikpunt naar de giek lopen. Dit is erg kwetsbaar. Door het plaatsen van een proportioneel ventielenblok aan de voorkant gaan er bij de Relly-wielladers alleen nog maar een pers- en een retourleiding door het knikpunt. Dankzij het proportionele ventielenblok kunnen we via een digitaal scherm ook de bediening eenvoudig afstemmen op de klantwensen.”

In Nederland bouwen ook Tobroco-Giant en Pitbull elektrische wielladers. Is er wel ruimte voor nog een merk?

“Zeker, de markt is ontzettend groot. Bovendien zijn onze machines lichter dan die van Giant en Pitbull. De Relly R1.0 weegt 1.250 kg, terwijl het lichtste elektrische model van Giant 2.200 kg weegt. De lichtste machine van Pitbull is 2.400 kg.”

Bouwen jullie de wielladers volledig in eigen huis?

“Nee, wij zijn een handelsfirma en geen fabrikant. Daarom bouwt een constructiebedrijf het chassis en dat bedrijf monteert ook het hydraulieksysteem. De machine is dan voor 90 procent af. In onze nieuwe assemblagehal bouwen onze medewerkers nog wat elektronica en de componenten voor de besturing op. Tot slot voeren ze alle noodzakelijke en verplichte keuringen uit. De monteurs kunnen twee wielladers per dag gereedmaken. Ons streven is dat we vanaf 2023 ongeveer 400 wielladers per jaar bouwen.”

Is de machine goedkoper?

“De Relly R1.0 is nu klaar voor de verkoop en is zo’n 15.000 euro goedkoper dan een geëlektrificeerde Knikmops 130. Dit prijsverschil komt met name doordat we andere componenten gebruiken en we samenwerken met een andere accuproducent. Daarnaast verloopt de productie efficiënter, doordat het chassis is afgestemd op de accu.”

Volgen er meer machines?

“In het tweede of derde kwartaal van 2022 volgt een groter model: de 1,3 tons Relly R1.3. De R1.8 en de R2.3 komen in 2023. Deze zijn leverbaar met een cabine.”

BRON: https://www.mechaman.nl/tuin-en-park-techniek/artikel/20211223/jan-willem-slegh-de-schans-markt-is-ontzettend-groot/